Voorbeelden van gastsprekers
woensdag, 10 september 2025
Voorbeelden van gastsprekers
Nieuwsgierig naar wat we allemaal vertellen? We hebben meer dan 200 gastsprekers, elk met hun eigen familieverhaal. Om een indruk te krijgen lichten we er een paar uit.
JOODS
Josua Ossendrijver werd direct na zijn geboorte op een onderduikadres afgeleverd. Hij heet vanaf dat moment Klaas. Zijn hele verdere leven twijfelt Klaas over zichzelf: wie ben ik nu precies? Pas op zijn 67e komt hij achter de waarheid: zijn vader, moeder en broer zijn vermoord in Auschwitz, en hij heet eigenlijk helemaal geen Klaas…
De ouders van Eva Weyl vluchtten al voor de oorlog uit Duitsland naar Nederland toe. Maar ook daar zijn ze als Joods gezin niet veilig. In 1942 komt Eva als 6-jarig meisje in Kamp Westerbork terecht. Ze gaat er naar school en maakt er de bevrijding door de Canadezen mee.
De ouders van Donald Pagrach zitten bijna 3 jaar ondergedoken, en al die tijd kunnen ze geen voet buiten de deur zetten. Er worden zelfs twee kinderen geboren in die tijd. Na de bevrijding is de oorlog nog steeds elke dag aanwezig in het gezin, als een dreigend verleden.
VERZET
Soldaat van Oranje? Haar vader was er één! Pauline van der Schrieck vertelt hoe haar vader Frits tot over zijn oren in het verzet zat. Engelandvaarders, sabotage, pilotenhulp, voorbereidingen voor liquidaties. Tot hij gepakt werd en in strafgevangenis het Oranjehotel opgesloten werd.
Bij Rietje de Haan thuis gingen alle deuren op slot, ook de binnendeuren, dat was vreemd. Kleine Rietje mocht namelijk niet weten dat er onderduikers zaten verstopt. De verbazing was groot toen er bij de bevrijding ineens allerlei vreemde mensen naar buiten kwamen.
NSB & COLLABORATIE
Cuny Holthuis: “Mijn ouders waren lid van de NSB en in 1944, op Dolle Dinsdag, vluchtten wij naar Duitsland toe. Mijn broers zijn daar ‘kwijtgeraakt’, en eenmaal weer thuis werd mijn moeder gevangen gezet. Niemand keek naar ons om, en niemand haalde ons op, want we waren toch kinderen van die NSB’ers?
De vader van Tanja Wolterbeek was een beruchte NSB’er die actief op Jodenjacht ging. Toen vader en moeder na de bevrijding gevangen werden gezet, werd Tanja in een pleeggezin geplaatst.
BURGER
“Oma, gaan we nou dood?” Het bombardement was verschrikkelijk, en kleine Gé Bijlsma zat dagenlang op schoot bij oma in de schuilkelder. Als bang jongetje maakt hij vervolgens de evacuatie van Arnhem en de hongerwinter mee.
De vader van Plony Irrgang moet zich als 17-jarige melden voor werk in Duitsland. Hij ontsnapt, wordt gepakt, en ontsnapt opnieuw. Na veel omzwervingen komt hij lopend terug naar Nederland.
NEDERLANDS INDIE & INDONESIE
Opgesloten in een afgesloten woonwijk, daarna een vrouwenkamp, en toen concentratiekamp Banjoe Biroe. Het werd steeds erger voor Tom Zijlstra. Maar hij overleefde zoals kinderen doen. Hij vertelt door de ogen van het kind dat hij toen was: over de leuke dingen zoals de spelletjes die hij speelde, maar ook over de honger en de angst dat ze zijn moeder zouden slaan.
De opa van Rob Ruijs moest naar een mannenkamp, waar hij hard moest werken terwijl er veel honger en ziekte was. Pas in augustus 1945 werd hij bevrijd.
VETERAAN
Gérard Cloïn werd als VN-militair uitgezonden naar Libanon, om daar de vrede te bewaren. Dat bleek een onmogelijke opdracht. Elke dag waren er schietincidenten en Gérard kwam met de schrik vrij toen hij onder schot werd gehouden.
